Wie sport die wedt?
Reclame en sponsoring brachten afgelopen jaren de goksector op en naast het sportveld almaar meer in beeld. Dit draagt bij aan het normaliseren van het gokken op sport, wat niet zonder risico is.
1 op 5 mensen die wedt op sportwedstrijden, is risicogokker
Recente onderzoeken tonen aan dat één à twee derde van de Belgische bevolking in het voorbije jaar wel eens aan kansspelen meedeed. Wat betreft probleemgokken zien we dat 0,8% tot 0,9% van de bevolking een risico loopt op een gokverslaving. Maar wanneer we enkel kijken naar de mensen die meedoen aan sportweddenschappen, blijkt 18% van hen risicovolle gokkers zijn. (Sciensano, 2018; Van Rooij et al., 2017)
Sportweddenschappen is populairste vorm van gokken bij minderjarigen (ook al is het verboden)
Jongeren lopen meer risico op het ontwikkelen van problematisch gokgedrag dan volwassenen. Bovendien kunnen de gevolgen van dat gokken een grote impact hebben op het leven van een adolescent. Opvallend is dat in Vlaanderen 10% van de leerlingen in het secundair onderwijs ooit al eens gokte op een sportwedstrijd. Bij 17-18 jarigen klimt dit zelfs tot 19%, en dit is een groeiend cijfer. Nochtans zegt de kansspelwet dat deelnemen aan sportweddenschappen verboden is onder de 18 jaar. Sportweddenschappen zijn populairder bij jongens dan bij meisjes. (Rosiers et al., 2019)
Onderzoek van VAD en UGent
Je kan niet meer naast gokreclame en -sponsoring kijken indien je sport kijkt. Bovendien kan je eraan beginnen door kleine bedragen in te zetten. Dat maakt het toegankelijk en populair, maar ook net heel riskant. Internationaal onderzoek wijst ondertussen uit dat sporters extra risico lopen wanneer het gaat over gokken. Maar hoe groot is het fenomeen in de Vlaamse sportwereld?
- Mensen uit sportclubs spelen 5x vaker op sportweddenschappen… en gokken meer dan 10x vaker op een risicovolle manier.
- Vooral teamsporters zijn kwetsbaar doordat gokken zodanig ingeburgerd is in de wereld van de teamsporten, dat het er gewoon bij lijkt te horen.
- Bij voetbalclubs zijn er zowel meer regelmatige gokkers als risicovolle gokkers dan in de andere sporttakken.
Doordat sporters veel trainen en matchen spelen, denken ze dat ze het verloop van een wedstrijd beter kunnen voorspellen dan niet-sporters. Uit de bevraging blijkt dat van de mensen die het afgelopen jaar gokten, bijna de helft denkt met een uitgekiend systeem de verliezen te kunnen beperken. En meer dan 60% gaat ervan uit dat het winnen van een weddenschap afhankelijk is van de sportkennis van de gokker. Maar dat is een illusie: eerder onderzoek bij voetbalkenners toonde aan dat een expert niet beter is in het voorspellen van de matchresultaten dan een leek (Khazaal et al., 2012).
Vier op tien sporters vindt dat de club de leden moet informeren over de gevaren van gokken. Een kwart is voorstander van een ethische code over sportweddenschappen, en ziet het doorverwijzen naar hulpinstanties bij gokproblemen als een taak van de club. Een kwart van de respondenten vindt dat de reclame en sponsoring door de goksector binnen de sportclub verboden moet worden.”
VAD vraagt de Vlaamse overheid om ook een rol te spelen en sportfederaties te motiveren om het thema gokpreventie mee uit te dragen naar de clubs. Sport Vlaanderen kan hierbij een ondersteunende functie hebben. Daarnaast kijkt VAD naar het federale niveau voor een aantal wetswijzigingen die gokkers beschermen.
Recente initiatieven om gokreclame aan banden te leggen, blijken in de praktijk (nog) onvoldoende effect te hebben. Dit onderzoek illustreert opnieuw het belang van een veel sterkere regulering van reclame en sponsoring.
Het volledige onderzoeksrapport (pdf)
https://www.vad.be/assets/onderzoeksrapport_sportweddenschappen