Informatie voor broers en zussen
Als je broer of zus gokproblemen heeft dan heb jij daar waarschijnlijk ook last van. Je wil helpen, maar weet niet hoe. En als je helpt krijg je misschien het deksel op de neus. Wist je voordien wat je aan je broer of zus had, dan is dat nu misschien niet meer het geval. Mogelijk word je gemanipuleerd, word je om geld gevraagd, moet je dingen geheim houden en je kan je niet meer rekenen op hem of haar.
Wat kan je doen als broer of zus?
- Probeer je grenzen aan te geven : wat wil je doen en wat zeker niet. Je kan in tweestrijd geraken omdat je dingen die je weet niet onmiddellijk wil 'verklikken' aan je ouders. Laat het ook horen wanneer er over je grens gegaan werd (bijvoorbeeld het eisen van geld). Wanneer de druk te groot wordt, spreek dan toch je ouders aan, of anderen die je vertrouwt.
- Natuurlijk kan je proberen met je broer of zus te praten , en zelfs te helpen als je dat gevraagd wordt. Kies een goed moment uit en probeer te vermijden om in discussie te gaan. Soms kan het een goed idee zijn eens om te vragen naar wat er leuk is aan gokken. Het haalt de spanning weg uit het gesprek. Mogelijk begint je broer of zus vroeg of laat ook over de nadelen. Het is altijd een goede zaak als de persoon in kwestie zelf de nadelen verwoordt en zich niet hoeft te verdedigen.
- Als je broer of zus geleidelijk meer begint te gokken kan hij of zij problemen krijgen met anderen onder de vorm van verwijten of beschuldigingen. Zijn of haar lage zelfwaardegevoel kan daardoor nog meer onderuit gehaald worden. Als broer of zus kan je misschien ook eens positieve eigenschappen onder de aandacht brengen of een compliment geven. Verandering in iemands gedrag komt gemakkelijker tot stand wanneer die een goed gevoel over zichzelf heeft.
- Je kan als broer of zus een luisterend oor zijn voor onderliggende problemen. Maar probeer wel aan te voelen waar je grens ligt. Je kan ook aangeven dat je jezelf zorgen maakt, en dat je wil helpen in de mate van het mogelijke (maar niet om de problemen te verdoezelen).
- Leen geen geld , ook al worden er allerlei zinnig klinkende argumenten aangebracht. Geld lenen aan iemand met gokproblemen helpt hem of haar niet vooruit. Spreek zeker anderen aan wanneer je gemanipuleerd of misschien zelfs 'gechanteerd' wordt. Iemand helpen mag niet ten koste van jezelf gaan.
- Wanneer je vriend(in) of kennis iets aan de problemen wil doen, maar het lukt niet of slechts gedeeltelijk op eigen kracht, dan kan je suggereren om te informeren bij een hulplijn. Iedereen kan daar (anoniem) terecht om vragen te stellen of verwijsadressen te krijgen in de eigen regio.
- Ga niet of zo weinig mogelijk problemen oplossen die een rechtstreeks gevolg zijn van het gokken van je broer of zus. Mogelijk heb je dat wel al een aantal keren gedaan, vanuit goede bedoelingen. Wanneer je dat echter systematisch blijft doen, dan maak je het hem of haar gemakkelijk om verder te doen .
- Als je broer of zus het 'zorgenkind' is thuis, dan kan dat vaak alle aandacht van je ouders opeisen. Terwijl jij je ook zorgen maakt, of boos en verdrietig bent over heel de situatie. Laat dat regelmatig horen aan je ouders. Vraag je ouders om ook eens wat samen te doen. Spreek met hen af wanneer je echt tijd voor jezelf nodig hebt.
- Veel broers en zussen hebben de neiging om een stapje opzij te zetten en de eigen problemen voor zich te houden. Want: "mama en papa hebben al genoeg aan hun hoofd". Je hebt echter niet alleen recht op je deel van de aandacht in verband met de zorgen die je je maakt om je broer of zus, maar je hebt ook recht op ondersteuning en aandacht voor je eigen moeilijkheden en problemen.
- Zorg voor jezelf . Het heeft geen zin om voortdurend met de gezinsproblemen bezig te zijn. Probeer ervoor te zorgen dat je ook je eigen leven uitbouwt. Blijf afspraken maken met je vrienden en doe dingen die je leuk vindt.